In 1964 was een taxi in Nederland vaak een zwarte Mercedes of een DAF, met een bordje op het dak, een krakende radio en een chauffeur in pak. Roken mocht nog gewoon in de auto. De meter tikte mechanisch. Bestellen deed je per telefoon of je liep naar een standplaats. In 2025 is dat totaal anders. Taxi’s zijn elektrisch, hybride, via apps te bestellen, hebben realtime prijsberekeningen en GPS-tracking. De hele sector is op z’n kop gezet — technisch, juridisch, cultureel. In dit artikel nemen we je mee langs de belangrijkste veranderingen tussen 1964 en 2025.
In 1964 werkten taxi’s met een mechanische taximeter. Je hoorde letterlijk het geklik van de meter als de prijs opliep. De chauffeur stelde die handmatig in bij aanvang van de rit. Geen GPS, geen tariefklassen, gewoon een vast starttarief en een bedrag per gereden kilometer of minuut.
Vanaf de jaren '80 kwamen de eerste elektronische meters. Die konden meer: verschillende tarieven (dag, nacht, weekend), en ook de registratie van ritten werd beter. Sinds 2014 is een ‘digitale boordcomputer taxi’ (BCT) verplicht in Nederlandse taxi’s. Deze registreert rij- en rusttijden, tarieven, ritinformatie en chauffeursgegevens. Geen geknoei meer met bonnen of handgeschreven ritregistraties. Alles wordt gecontroleerd via Inspectie Leefomgeving en Transport.
In 1964 belde je de centrale of liep je naar de taxistandplaats. Wachttijden waren normaal. Een dispatcher gaf ritten door via de centrale. Alles handmatig, vaak chaotisch in de spits.
Vanaf 2010 veranderde alles met websites zoals Goedkoop naar Schiphol, apps zoals Uber, Bolt, en lokale taxi-apps. In één druk op de knop zie je waar je taxi is, wat hij kost en wanneer hij aankomt. Lokale bedrijven volgden. De moderne klant wil realtime updates, een vaste prijs vooraf, en de optie om direct te betalen. Die druk dwong de hele sector te moderniseren.
In de jaren ’60 en ’70 waren het vooral Mercedessen, DAF’s en later Volvo’s of Opels. Robuuste, vaak diesel-aangedreven auto’s, gebouwd voor veel kilometers. Ze verbruikten veel, stootten meer uit, maar waren betrouwbaar.
Vanaf de jaren 2000 begon de omslag naar zuiniger modellen. Eerst kwamen de hybrides zoals de Toyota Prius, later volledig elektrische voertuigen. Vanaf 2014 werd elektrisch rijden gestimuleerd in steden als Amsterdam en Rotterdam, ook via gemeentebeleid. Inmiddels zie je steeds meer Tesla’s, Hyundai Ioniq’s en elektrische Mercedes EQ’s als taxi.
In 2025 is duurzaamheid een eis. Schiphol werkt bijvoorbeeld samen met vervoerders die enkel emissievrije voertuigen gebruiken. De klant verwacht ook comfort: airco, stille motor, oplaadpunten in de taxi. Dat is standaard geworden.
In 1964 was taxichauffeur een beroep voor het leven. Je haalde je vergunning, werkte fulltime, kende de stad op je duimpje. Chauffeurs moesten een strenge vakbekwaamheidstoets afleggen.
Sinds de liberalisering van de taximarkt in 2000 (Wpv: Wet personenvervoer 2000) is het een stuk makkelijker geworden om als chauffeur te beginnen. Resultaat? Een enorme toename van het aantal taxi’s in steden als Amsterdam en Den Haag. Tegelijk kwam de wildgroei: meer concurrentie, lagere tarieven, onervaren chauffeurs.
De opkomst van Uber in 2012-2015 versnelde die ontwikkeling. Veel chauffeurs rijden parttime, als zzp’er. Sommigen combineren het met bezorgwerk of ander freelance werk. De vaste kern van ‘taxiprofessionals’ is kleiner geworden, vooral buiten de luchthaven- en zakelijke markt.
In 1964 betaalde je een vast bedrag per kilometer en een starttarief. De tarieven werden vastgesteld door de overheid. Ze waren transparant, maar niet flexibel. Je wist ongeveer wat een rit zou kosten, maar niet tot op de cent nauwkeurig.
Vanaf 2000 werd de markt vrijgegeven. Sindsdien mogen bedrijven hun eigen tarieven bepalen, zolang ze die vooraf duidelijk communiceren. Dat leidde tot grote verschillen. Uber werkt met dynamische prijzen: goedkoop tijdens rustige uren, duurder bij drukte. Lokale taxi’s proberen mee te gaan, maar vaak met vaste all-in tarieven via online boekingen.
Voor de klant betekent dit: wie slim boekt (bijvoorbeeld vooraf, via een formulier), betaalt minder. Wie op het laatste moment een taxi nodig heeft, vooral op Schiphol, betaalt soms het dubbele. Vergelijken loont dus.
In 1964 noteerde een chauffeur de ritten op een papieren formulier. De centrale hield een boekhouding bij in een klapper. Navigatie deed je op gevoel of met een papieren kaart.
In 2025 draait alles om GPS, algoritmes en data. Navigatie is standaard. De chauffeur ziet file-informatie realtime. De klant krijgt een sms of pushmelding als de chauffeur onderweg is. Bonnen worden automatisch gemaild. Het systeem weet wie je bent, hoe vaak je reist, en wat je voorkeuren zijn.
Taxi's zijn ook onderdeel geworden van ‘mobility as a service’ (MaaS). Dat betekent dat taxi’s via apps gekoppeld zijn aan OV, deelfietsen en parkeerapps. Alles draait om gemak. Vroeger reed je mee. Nu ben je een datapuntenprofiel.
In de jaren ’60 waren controles beperkt. Je vertrouwde op het taxi-bordje en een vriendelijk gezicht. Ritprijzen werden soms ter plekke ‘ingeschat’.
Na incidenten en klachten (vooral rond 2005-2010) is de controle strenger geworden. Elke taxi in Nederland moet nu een vergunning hebben, herkenbaar aan het blauwe kenteken en een boordcomputer taxi (BCT). Inspecties controleren op kilometerfraude, rusttijden, en verzekeringen.
Voor de klant betekent dit meer zekerheid, maar ook minder ruimte voor spontane ‘neem even die afslag’ zonder dat het geld kost. Alles wordt gemeten.
In 1964 was Schiphol een kleine luchthaven. Taxi’s stonden in een rij, je stapte gewoon in. Geen voorboekingen, geen wachtrijen met nummertjes.
Vandaag de dag is Schiphol een logistiek circus. De officiële taxistandplaats is gereguleerd, maar ook berucht om hoge tarieven en opdringerige chauffeurs. Veel mensen kiezen daarom voor een vooraf geboekte Schiphol taxi. Vaste tarieven, bekende chauffeur, geen gezeur.
Ook de infrastructuur is veranderd. Schiphol heeft nu aparte parkeerzones voor taxi’s, apps voor aanmelden, en samenwerking met vervoerders die aan strengere kwaliteitseisen voldoen. Een rit vanaf de luchthaven is niet langer ‘even snel regelen’, maar onderdeel van een groter logistiek systeem.
Een taxi was in 1964 puur functioneel. Je werd van A naar B gebracht. Punt. Geen luxe, geen franje.
In 2025 verwachten mensen comfort, netheid, stille motor, airco, opladers en een chauffeur die weet wat hij doet. De klant wil ook invloed: vaste prijs, vooraf boeken, duidelijke communicatie. Geen verrassingen. Die verwachting dwingt bedrijven om niet alleen vervoer te leveren, maar ook klantbeleving.
Wie dat niet levert, valt af. De klant vergelijkt op Google, Trustpilot en Tripadvisor. Slechte beoordelingen zijn dodelijk. Vroeger telde mond-tot-mond. Nu telt online reputatie.
De taxiwereld van 1964 bestaat niet meer. Het beroep is veranderd, de voertuigen zijn anders, de manier van boeken, betalen en controleren is compleet vernieuwd. Tegelijk is de kern hetzelfde gebleven: vervoer op maat, op het moment dat jij het nodig hebt. Een rit van Amsterdam naar Schiphol is heel veel veranderd.
Wat er tussen 1964 en 2025 is gebeurd, is niet één grote sprong, maar een reeks van technologische, maatschappelijke en economische verschuivingen. En die gaan nog wel even door. Denk aan zelfrijdende taxi’s, integratie met AI-systemen, en verdere automatisering van alles eromheen.
Taxi’s zijn geen luxe meer. Ze zijn data-gedreven vervoersdiensten geworden — en dat zie je in alles terug.